Noord-Brabants Archeologisch Genootschap


Begrafenisrituelen
Verslag studiedag 29-03-2009

Op zondag 29 maart vond in Oirschot voor de 62e keer de jaarlijkse studiedag voor (amateur-) archeologen en andere geïnteresseerden plaats, georganiseerd door de Archeologische Sectie van het Noordbrabants Genootschap. Een kleine 60 deelnemers waren, ondanks het ingaan van de zomertijd, op tijd aanwezig om een zeer interessante studiedag bij te wonen.


Opening

Peter van Nistelrooij, voorzitter van de Archeologische Sectie, spreekt een woord van welkom.


Begrafenisrituelen in de Late Prehistorie

Als eerste spreekt Quentin Bourgeois (Archeologische Faculteit van de RU Leiden) over begrafenisrituelen in de late prehistorie. Hij vervangt David Fontijn, die verhinderd was. Tot nu toe werd aangenomen dat notabelen, zoals mannelijke stamhoofden, begraven werden in de grafheuvels. Het blijkt na heronderzoek met nieuwe technieken, zoals DNA-onderzoek, dat veel vaker dieren, maar ook kinderen en vrouwen er in begraven werden. In het Brabantse Oss was zelfs een enkele eikenboom begraven onder een opgeworpen heuvel. Uit de toegenomen kennis blijkt dat de begrafenis rituelen in de late prehistorie veel complexer waren dan tot nu toe werd aangenomen. Met deze kennis moeten alle grafheuvels inclusief de directe omgeving ervan, opnieuw bestudeerd worden. Ik ben zeer benieuwd naar de resultaten.


Veranderingen in grafrituelen en begraaf- gemeenschappen in de Romeinse tijd in het Brabantse en Gelderse rivierengebied

De heer Stijn Heeren (Hazenberg Archeologie Leiden / Vrije Universiteit Amsterdam) is een van de schrijvers van het baanbrekende boek: Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse Rijk. Het boek behandelt de opgravingen te Tiel Passewaaij. Stijn toonde de vele nieuwe inzichten in begrafenisrituelen die door de resultaten van deze opgraving zijn ontstaan. De Bataven waren de leveranciers van elitetroepen voor de Romeinen. Zo bestond de keizerlijke garde uit Bataven. De Bataven waren gedreven en betrouwbare soldaten in dienst van de Romeinen. Uit de boeken blijkt dat menige slag door de Romeinen werd gewonnen door de inzet van de Bataafse troepen.

De Bataven hadden goed contact met het thuisfront in de Betuwe. Zo zijn er wastabletjes gevonden bij de muur van Hadrianus in Noord-Engeland, die gericht waren aan het Bataafse thuisfront. Sporen in Tiel, zoals zegelflesjes, bewijzen dat sommige bewoners kennis hadden van het Latijn. In het nabije grafveld zijn echter geen Romeinse sporen aangetroffen, hetgeen mogelijk betekent dat de eigen identiteit boven het Romeinse stond. Stijn Heeren behandelde de verschillende dodenrituelen zoals begraven, cremeren, ontvlezen en balsemen. De klimatologische omstandigheden en rituele mode bepaalden de keuze van onze voorouders. Helaas kon Stijn Heeren (nog) geen antwoord geven op de vraag waarom er in de Romeinse tijd schijnbaar willekeurig, ronde en vierkante greppels rondom graven zijn aangelegd. Binnenkort komt er een tweede druk van het boek uit. In de lunchpauze werd er nog druk gediscussieerd over de voorgaande onderwerpen.


Spiegels van de samenleving

Na de middagpauze is het woord aan Raphael Panhuysen (Archeologisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam) met het onderwerp Graven en begraafplaatsen in en om Maastricht in de vroege middeleeuwen. Archeoloog en fysisch antropoloog Panhuysen heeft uitgebreid onderzoek gedaan in het Maastrichtse Vrijthof en in het nabij gelegen Boschstraatkwartier. Vele honderden middeleeuwse graven zijn onderzocht. Er zijn maar weinig schriftelijke bronnen bekend die iets vertellen over het middeleeuwse Maastricht. De archeologische sporen zijn dus zeer belangrijk om daarover meer te weten te komen. Rondom de Servaaskerk is een concentratie van vroeg middeleeuwse begravingen bestudeerd. Dit waren rijke graven in vergelijking met de graven uit het Boschstraatkwartier. Er is gekeken naar aantallen begraven mannen en vrouwen. Beiden waren relatief lang, wat een indicatie is van een welvarende nederzetting. Van enkele skeletten vertoonden de schedels duidelijke sporen van slagzwaarden waardoor deze personen de dood hadden gevonden.


Over kisten, kruisjes en kerkhoven. Begravingsrituelen tussen 1000 en 1850

Als laatste spreker krijgt Drs. Ronald van Genabeek (Afdeling bouwhistorie, archeologie en monumentenzorg Gemeente 's-Hertogenbosch) het woord over het onderwerp Over kisten, kruisjes en kerkhoven. Begravingsrituelen tussen 1000 en 1850.

Het onderzoek in en rondom de Sint Janskathedraal werd vergeleken met archiefonderzoek. Er waren zeer verrassende overeenkomsten die veel verklaarden. Ronald van Genabeek ging stap voor stap door het begrafenisritueel. Wat hadden de doden aan bij hun begrafenis? De meeste personen hadden niet hun beste kleren aan maar eerder afdankertjes. Wat voor vorm en materiaal werd gebruikt voor de grafkisten? En vanaf wanneer werden grafkisten gebruikt? Tevoren werden de doden in lijkwaden begraven. Wegens de kosten werd er veel met latten gewerkt. De doden hadden een gewaad aan dat conform bijbels voorschrift bestond uit één stuk, dus zonder naden. Luxe doodskisten hadden een dakje. Tijdens pestepidemieën werd kalk over de doden gestrooid. Ook werd er stilgestaan bij de voorwerpen die meegegeven werden met de doden. Een compleet en boeiend verhaal over Bossche begrafenisrituelen.


Afsluiting

Als afsluiting van de studiedag had de voorzitter een belangrijke mededeling. Dat was een bericht over het lang verwachte Brabantse archeologische overzichtsboekwerk. De afgelopen 25 jaar is er veel gebeurd in de archeologie, sinds lange tijd verschijnt er weer een boek over de huidige stand van de Brabantse archeologie. Zaterdag 13 juni vindt in Museum Kempenland in Eindhoven de presentatie plaats. De schrijvers zijn Liesbeth Theunissen en Evert van Ginkel, de uitgever is Matrijs uit Utrecht. Speciaal voor de verschijning van dit boek wordt in het genoemde museum een kleine tentoonstelling ingericht.

Peter van Nistelrooij, namens de Archeologische Sectie van het NBG