Noord-Brabants Archeologisch Genootschap


Archeologie en historisch landschap in het dal van de Kleine Beerze
Verslag contactdag 12-05-2012

Verslag van de archeologische contactdag, gehouden zaterdag 12 mei 2012, georganiseerd door de Archeologische Sectie van het Noordbrabants Genootschap i.s.m. Brabants Heem en met ondersteuning van de AWN (vereniging van vrijwilligers in de archeologie). Plaats: Herberg - Brouwerij de Gouden Leeuw te Vessem.

Deze contactdag, alweer de 44e, is anders van opzet dan de vorige. In plaats van een bezoek aan een opgraving maken we in de namiddag een fietstocht door dit deel van de Kempen. Joeske Nollen en Tonnie van de Rijdt hebben gezorgd voor een boeiend en afwisselend programma, geholpen door leden van de AWN en het IVN.


Opening

Om 11.00 uur opent ing. Peter van Nistelrooij, voorzitter van de Sectie deze dag met een welkom aan de deelnemers, speciaal aan de wethouder van cultuur van de gemeente Eersel (waar Vessem onder valt), mevr. L. van Hamsvoord-Huijbers.


Landschapsgeschiedenis van het dal van de Kleine Beerze bij Vessem

Als eerste spreker is het woord aan dr. Karel Leenders, historisch-geograaf. Hij gaat uit van de cultuurhistorische waardekaart en zoemt in op de Kleine Beerze. Hij behandelt de geologie en de geomorfologie van de verschillende delen van het gebied. De basis is de puinwaaier van de Maas met daarin breuken en horsten en slenken. We zitten hier op ca. 20 m. hoogte aan de rand van de Roerdalslenk. Van WZW naar ONO loopt hier de Midden-Brabantse dekzandrug die grote invloed heeft op de afwatering, zoals op de stroomrichting van de beken. De beide Beerzen wurmen zich a.h.w. door deze rug. Daar lagen gunstige plaatsen voor de middeleeuwse watermolens, in de Kleine Beerze was er al een in 1200. Recente stuwen liggen dikwijls op dezelfde plaatsen, het terrein dicteert dat. Hoogteligging en ligging t.o.v. het water bepalen of een terrein archeologisch interessant kan zijn.

Aan de zuidkant van de dekzandrug lagen veel vennen. In voormalige natte gebieden (bijv. Meerven) zien we strokenverkaveling, ontstaan bij veenontginning. Het water van de Beerze sijpelde oorspronkelijk diffuus door het veen, de (rechte) loop is ooit gegraven. De percelen kunnen zeer smal zijn, tot minstens één gezwaai (ca. 2,5 m), zo breed als de zeis van een maaier uitzwaaide. Leenders ondersteunt zijn verhaal met een groot aantal kaartjes, waaronder veel uit het AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland: een digitale hoogtekaart) waarmee hij zeer goed zowel de grote lijnen als de details van zijn voordracht, duidelijk maakt.


De Archeologie van de Brabantse Kempen

Even voor twaalven krijgt dr. Liesbeth Theunissen het woord, zij speelt hier een thuiswedstrijd. Er is hier een lange onderzoekstraditie, beginnend bij P.N. Panken, alle perioden zijn hier vertegenwoordigd. Zij vertelt eerst over de RCE: meer dan alleen archeologie. Er worden minder grote opgravingen gehouden, er is veel aandacht voor nieuwe, non-destructieve technieken. Wat is er de laatste jaren op archeologisch gebied gebeurd in de Kempen? Sinds 2000 zijn er zo'n 100 nieuwe rapporten verschenen, o.a. over opgravingen te Vessem (2), en Eersel-Steensel, (vooral volle ME, dorpskernen en esdekken). Zij vermeldt de rol van de organisaties van amateurs.

Spectaculair zijn de huisplattegronden uit Veldhoven-Habraken: de oudste boerderijen van Noord-Brabant. Bronstijdvondsten zijn er te Hoogeloon-Zwartenberg: een ringwalheuvel van ong. 1500 v.Chr., in een open landschap op een stuifheuvel zodat hij extra hoog leek. Er was een palenkrans en een drietal na-bijzettingen in boomkisten. Hopelijk komen de gegevens op afzienbare termijn digitaal beschikbaar. Ze bespreekt een grafheuvel te Bergeijk met crematieresten. Daaruit kan steeds meer informatie gehaald worden, geslacht en leeftijd, zodat we veel meer inzicht krijgen in de toenmalige bevolking. Diverse andere voorbeelden passeren de revue, veel urnenvelden uit de ijzertijd, waterputten uit Eersel-Kerkebochten met spectaculaire objecten zoals een wielnaaf uit de midden-ijzertijd. Er heeft daar en uitgebreid plaggenonderzoek plaatsgevonden, er is uitgebreid gezeefd, stuifmeel is onderzocht. In de ijzertijd was het gebied overwegend bebost, in de Romeinse tijd had het een meer open landschap. Ze verwijst naar de publicaties van H. Hiddink over de villa van Hoogeloon. Evenals Leenders maakt zij gebruik van vele afbeeldingen en kaarten o.a. uit het AHN. Na afloop worden aan beide sprekers diverse vragen gesteld.

Na de vragenronde wordt namens de heemkundekringen Eersel en Vessem-Wintelre-Knegsel, het fraaie boek: Eersel, een cultuurhistorische fietstocht (door M. en L. Theunissen) aangeboden aan de wethouder die daarvoor hartelijk dankt en met plezier constateert dat er veel gebeurt in haar gemeente. Na een prima lunch worden we rondgeleid door het gebouw van de vroegere brouwerij dat in gereedheid wordt gebracht om er opnieuw te gaan brouwen.



Fietstocht

Tenslotte beginnen we aan de fietstocht van zo'n 17 km door de streek van Vessem en Hoogeloon, verdeeld in twee groepen van ruim 15 personen. Lang niet alle aanwezigen van de ochtend nemen eraan deel. Onder leiding van deskundige gidsen maken we kennis met een aantal landschappelijke, monumentale en archeologische objecten. De AWN en het IVN hebben een heel nuttig gidsje verzorgd, speciaal voor deze fietstocht. Hoogtepunten zijn een 14e eeuwse hallenboerderij, de oudste van Noord-Brabant (Maaskant, Vessem), de ringwalgrafheuvel de Zwartenberg te Hoogeloon (de AWN biedt ons hier zelfs een Brabantse kruidenbitter aan), koning Kyrie ook te Hoogeloon, en de Romeinse brug aan de Hoogcasterenseweg met het monument van de bronzen bijlen.


Langs de Heikesestraat te Vessem zien we zelfs een stukje slagenlandschap dat je in dit hoge deel van Brabant niet zou verwachten. In het bovengenoemde boek is over dit alles veel meer te lezen.



Nawoord

Wat later dan gepland komen we terug in Vessem waar, onder het genot van een drankje, nog wat wordt nagepraat over deze bijzonder leerzame en gezellige contactdag.

Namens de Archeologische Sectie
Gérard de Laat